Een rode dwerg is een ster met een massa tussen 0,08 en 0,5 maal die van de zon. Door de relatief kleine massa is de temperatuur in de kern van een rode dwerg lager dan in die van grotere sterren, zodat de kernfusiereactie ("verbranding") van waterstof tot helium langzamer gaat. De temperatuur aan het oppervlak bedraagt zo'n 2000 tot 3000 Kelvin. Vanwege die langzame verbranding en lage temperatuur kan hun levensduur wel zo'n 100 miljard jaar bedragen. Omdat het heelal nog maar zo'n 13,7 miljard jaar oud is is de verdere evolutie van rode dwergen vooralsnog onbekend. Rode dwergen zullen aan het einde van hun evolutie nooit eindigen als rode reus en daarna een witte dwerg worden, zoals onze zon. Als een rode dwerg is uitgebrand zal hij naar verwachting uiteindelijk afkoelen tot een zwarte dwerg.
Enkele bekende rode dwergen zijn de ster van Kapteyn, in 1897 ontdekt door Jacobus Cornelius Kapteyn, de ster van Barnard en Proxima Centauri, de dichtstbijzijnde ster op een afstand van 4,22 lichtjaar. Rode dwergen zijn zo lichtzwak (in absolute termen 20 tot 100.000 maal zwakker dan de zon) dat geen enkele met het blote oog te zien is. De rode dwergen vormen waarschijnlijk wel ruim 60% van alle sterren van de Melkweg.